Kan esport de concurrentie aan met traditionele sporten?

Kan esport de concurrentie aan met traditionele sporten?

Soms is het lastig om over esport te praten met iemand die er niet bekend mee is. De traditionele sportwereld, waarin vaardigheden als hard rennen, voorwerpen gooien over lange afstanden of een bal dingen laten doen die een ander niet kan, heeft het voordeel van herkenning. Zelfs mensen die geen sport kijken weten over het algemeen wel wie Lionel Messi, Usain Bolt of Lebron James zijn. Dezelfde mensen zouden het een stuk lastiger hebben wanneer ze bijvoorbeeld Clement ‘Puppey’ Ivanov moesten aanwijzen, dus esport fans hebben het over het algemeen nogal wat uit te leggen tijdens een gesprek met een niet-fan.

Daarentegen bestaat er geen twijfel over dat esport een groeiende industrie is. Een industrie met een aantal onmiskenbare voordelen voor zowel fans als spelers die de meer traditionele sporten niet hebben. En wellicht omdat het sport betreft, zul je tijdens een gesprek vaak genoeg de vraag krijgen of het digitale spel de concurrentie wel aan kan met de fysieke spel dat zich in stadions afspeelt. We maken hieronder een vergelijking en zullen daarbij een aantal belangrijke vragen bespreken.

Iedereen kan aan esport doen – of toch niet?

Als het nou alleen maar een kwestie van ‘oefening baart kunst’ was, dan zou elke jongere in zijn vrije tijd kunnen gaan trainen en na verloop van tijd net zo’n goede tennisser zijn als Rafael Nadal. Maar dat is aantoonbaar niet het geval en fysieke voordelen maken het leven van traditionele sporters heel wat eenvoudiger. Bij esport heb je dergelijke restricties niet: er is geen enkele lichaamsbouw die jou heel goed maakt in DotA; geen verschil in lengte dat je voordeel biedt bij het spelen van Fortnite; en bij het spelen van Minecraft heb je niks aan atletisch vermogen. Toch kun je niet zeggen dat iedereen zo maar heel goed kan worden in esport. Zo maken snellere reflexen en ruimtelijk inzicht maken je wel degelijk een betere gamer. Trainen is daarbij maar tot op zekere hoogte nuttig.

Desalniettemin zorgt diversiteit met betrekking tot gender, fysiek welzijn en nationaliteit, er wel voor dat esport democratischer is dan fysieke sport.

Flexibiliteit is van groot belang in esport

Over het algemeen zal een basketbalwedstrijd gespeeld in 2022 in grote lijnen overeenkomen met eenzelfde wedstrijd gespeeld in 1922. Uiteraard zullen er duidelijke verschillen zijn, maar de specifieke doelstellingen zijn hetzelfde gebleven als 100 jaar geleden. Dat geldt niet voor esport. Gameontwikkelaars brengen voortdurend veranderingen aan in games in reactie op bijvoorbeeld een achterblijvende verkoop en dus zullen esporters in staat moeten zijn zich op korte termijn aan te passen aan die veranderingen. En dat geldt ook voor de fans. Zelfs het wedden op esport komt in een ander daglicht te staan wanneer je deze willekeurige factor erbij haalt. Zal de teamgeest net zo goed zijn bij een specifieke wedstrijd wanneer de game engine is aangepast? Lastig te zeggen en daarom kan het tot verrassende resultaten leiden.

Esport is veel internationaler dan traditionele sport

Elk land heeft wel een nationale sport en vaak zegt de aard van die sport ook iets over dat land. Het is veelzeggend dat landen met een kouder klimaat hoogstwaarschijnlijk beter zijn in skiën en ijshockey. Jamaica spendeert veel geld aan atletiekfaciliteiten en dus is het niet verrassend dat daar heel goede sprinters vandaan komen. Maar gamen is overal groot en als gevolg daarvan kunnen de beste spelers overal ter wereld vandaan komen, en dat geldt ook voor de fanbase. Dit zorgt ervoor dat een behoorlijk invloedrijke esport lobby de groeicurve van hun favoriete games omhoog duwt. Je ouders zullen dan waarschijnlijk het verschil niet zullen weten tussen Rocket League en Overwatch, bij toekomstige generaties zal dat heel anders zijn.

Terug naar boven